Tachograafschijven worden gebruikt bij een analoge tachograaf. Wanneer je een analoge tachograaf niet correct gebruikt, kun je hoge boetes krijgen. Het is daarom belangrijk om je goed aan de voorschriften te houden. Zorg dat er altijd voldoende tachograafschijven in het voertuig liggen. Bij een controle moet een bestuurder zijn/haar rij- en rusttijden van de afgelopen 28 dagen kunnen tonen. Hiermee wordt gecontroleerd of de bestuurder genoeg rusttijd heeft genomen. Het is verstandig om per chauffeur voor minimaal één jaar aan tachograafschijven te bewaren op het kantoor, zodat je altijd op controles bent voorbereid. Wetgevingen over bewaartermijnen kunnen verschillen. Tachograafschijven worden namelijk ook gebruikt om de gewerkte uren vast te stellen en een belastinginspecteur moet dit kunnen controleren.
Een tachograafschijf is een registratieblad en is persoonsgebonden. Er zijn verschillende tachograafschijven. Niet elke schijf past in elke analoge tachograaf. De snelheden van voertuigen verschillen en daar zijn de tachograafschijven op aangepast. Een bestelwagen mag harder rijden dan een vrachtwagen. De snelheidsregistratie wordt daarom voor een bestelwagen geregistreerd met een aangepaste schijf. Deze schijf bevat hogere snelheden. Bij een vrachtwagen is deze snelheid lager en moet je een tachograafschijf gebruiken voor een lagere snelheid.
De analoge tachograaf heeft een typenummer. De tachograafschijf die gebruikt wordt, moet hetzelfde zijn als dit nummer. Aan de achterkant van de schijf staat vermeld voor welk type tachograaf deze kan worden gebruikt. Het toelatingsnummer (E-nummer) van de schijf moet overeenkomen met de gegevens van de tachograaf.
Gebruik van tachograafschijven
De chauffeur dient voor zijn dienst te controleren of de tachograafschijven niet beschadigd zijn en of ze het juiste typenummer hebben. Elke dag moet er een nieuwe schijf worden geplaatst. De schijf mag dus niet langer dan 24 uur gebruikt worden.
Hoe vul je een tachograafschijf in?
Voorafgaand aan de rit schrijft de chauffeur het volgende op de schijf:
- zijn naam
- de plaats van vertrek
- de datum
- de nummerplaat van het voertuig
- de kilometerstand aan het begin van de rit
Aan het einde van de rit haalt de chauffeur de schijf eruit en vermeldt hij/zij het volgende op de schijf:
- de eindbestemming
- de datum
- de kilometerstand aan het einde van de rit
- het aantal gereden kilometers
Bij wisseling van het voertuig is het belangrijk om aan de achterkant van de schijf het volgende te noteren:
- het tijdstip van wisseling
- de kilometerstand aan het begin van de rit van het nieuwe voertuig
- de nummerplaat van het nieuwe voertuig
- de kilometerstand van het oude voertuig aan het einde van de rit
- de tot nu toe gereden kilometers
Indien er twee chauffeurs in één voertuig zitten, dan moeten beide personen een tachograafschijf invullen. De bestuurder plaatst de schijf op de gebruikelijke plaats. De bijrijder plaatst de schijf achter de doorzichtige scheidingsplaat. Wanneer de chauffeurs wisselen, moeten de schijven ook gewisseld worden.
Voor het makkelijk opbergen van de tachograafschijven, kijk ook eens bij onze opbergmaterialen.